De zuidoost Azië tour komt ten einde bij de Cambodjaanse kustplaatsjes Kampot en Kep.
In Kampot huren we een scooter om het Bokor national park te bezoeken. Het begint veel belovend, slingerwegen brengen ons hoger en hoger en de uitzichten, de bomen en de route worden steeds wat spectaculairder. We hebben als tip gekregen om in het casino te lunchen, waar de moet ons in de schoenen zakt. Het betonnen paleis dat voor ons staat is inherent aan de hele transitie waarin Cambodja zich bevind; Buitenlandse investeerders hebben vrij spel om te bouwen wat ze willen. Door een gebrek aan stadsplanning en toezicht vanuit de overheid en een toenemende toeristen stroom, kan dit soort inspiratieloze architectuur gebouwd worden in een National Park.
Als we bij de watervallen aankomen, staat naast de watervallen een kolossaal sfeerloos gebouw, dat groter is dan de watervallen zelf, wel is er vodka voor de groepen russen die hier per bus stoppen.
Het Bokor Hill station, ooit een Franse residentie, wordt in reisgidsen beschreven als een spookachtig gebouw dat door de tand des tijds is aangetast, deze blijkt tegenwoordig weer voorzien van een nieuw laagje stuc – weg spookiness!
In Kep laat tuk tuk driver David ons de andere spookstad zien, verlaten jaren 20 villa’s waar de rijke fransen huisden tot de Khmer Rouge ze verjoegen en de natuur er weer de baas werd. Tegenwoordig kan je de stukken grond weer kopen, helaas tegen prijzen die voor de gemiddelde Cambodiaan enkel nog een droom is en waardoor het dus zeer waarschijnlijk is dat er weer rijke expats zullen heersen.
We proeven de lekkerste peper van de wereld en tot slot laat David ons de zoutvlaktes zien. Twee exportproducten die voor werkgelegenheid in de omgeving zorgen. dit klinkt erg positief, maar toch slik ik even als ik de armoedige kleding van de kinderen op de zoutvlakte zie en ik denk aan de prijs die ik in de Nederlandse supermarkt betaal voor een potje zout. De dag wordt afgesloten op de crabmarket, waar naast de locale delicatesse ook een hele hoop ‘crap’ wordt verkocht.
De allerlaatste bestemming is Rabbit Island, een gouden tip van Renée, waar we nog genieten van het zonnetje, afkoelen in de zee en noodles eten op het strand. Voordat we Marjolein afzetten op het vliegveld, rijden we langs de Russian market om de laatste kilo’s aan souvenirs in te slaan, en daar eindigt de trip.
Wouter en ik hebben besloten niet in Phnom Penh te willen wonen en dat schijnt wederzijds te zijn, dus bedenken we een plan-B tijdens een kopje koffie en boeken een ticket naar Nepal, om daar onze reis af te sluiten.