Hoi An, vrij vertaald: rustige ontmoetingsplaats, een pittoresk kuststadje dat afgezien van hordes toeristen, zich prima laat kenmerken als een rustige ontmoetingsplaats.
Op het terras voor een frans koloniaal pandje, waar de verf charmant van de gevel afbladdert, kun je vanuit je bistro-stoeltje met een chique latte aan je lip, je laven aan 2000 jaar cultuur maar ook hordes toeristen.
Door wederzijdse overeenstemming tussen Vietnam en Amerika is Hoi An vrijwel ongeschonden uit de oorlog gekomen (in tegenstelling tot de meeste andere steden van Vietnam). Inmiddels staan de meeste historische gebouwen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De romantiek van het oude centrum is helaas niet onontdekt gebleven, maar het blijkt niet heel moeilijk om daar aan te ontsnappen, even buiten het centrum zitten we gewoon lekker noodles met varkensvlees te kauwen in een TL- verlichte schuur tussen de Vietnamezen.
Na vijf dagen romantiek, hebben we onze buik vol van lampionnen en Cao lầu en stappen we weer op de bus naar het zuiden.