Als je echt iets moois wilt zien moet je er iets voor over hebben. Zo stonden we voor dag en dauw op om echt iets geweldigs te gaan bekijken…
Gastcorrespondent: Marjolein Overbosch.
Vanuit de drukte van Siem Reap fietsen we, zoals het echte Hollanders betaamd, richting de tempels van Angkor. Angkor is een begrip, niet alleen in Cambodja, en staat niet voor niks op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het Angkor complex is ongeveer 400 km2 groot en is bezaaid met tempels die gebouwd zijn in de periode tussen ongeveer 900 en 1400 na chr. Het complex is een van de voornaamste overblijfselen uit de periode van het Khmer-rijk. De grootste tempel die je er kunt vinden is de Angkor Wat.
Als we richting Angkor fietsen vliegen de tuk-tuks ons om de oren. Allemaal bepakt met toeristen met hele grote camera’s, ook op weg om een groots spektakel te aanschouwen. De zonsopkomst achter de Angkor Wat. Eenmaal aangekomen voert een grote stroom toeristen over een enorme brug richting de muren van de tempel om vervolgens daarachter hun plaatjes te schieten. Enkele verlate toeristen rennen met koffie in de hand, bungelende camera’s en schuddende rugtassen over de imposante toegangsweg naar de tempel. Wij installeren ons met koffie en een chocolade broodje op een muur er tegenover en wachten daar tot de zon op komt. En opkomen deed ie! Vanachter de tempel kleurt de lucht en wat een paar seconden geleden nog een zwart gesteente leek krijgt elke seconde meer vorm en kleur. Een magische rust in wat eerst nog een drukte van belang was.
Als de zon eenmaal helemaal opgekomen is besluiten we om niet direct de Angkor Wat in te gaan, maar eerst helemaal achter in het park een paar tempels te bezoeken. Ook deze moeite loont. We vallen van de ene ‘oh, wat mooi’ in de andere als we aankomen bij de eerste tempel, de Preah Khan. De zon rijkt nog maar net over de met bomen overgroeide muren wat ervoor zorgt dat je het idee krijgt dat je een geheimzinnige plek bezoekt. Alsof er elk moment iemand uit de tempel kan komen om je te vragen wat je daar eigenlijk aan het doen bent.
We fietsen verder op weg naar de volgende, de Preah Neak Poan. Onderweg worden we van alle kanten bestook met dingen die we kunnen kopen. ‘Want cold water lady (ladieieieie)?’, ‘Need something to eat (ieieieiet)?’ ‘No? But if you want you come to my, right?’ Enkele valse beloften later komen we aan bij een eettentje waar een meisje ons naar binnen praat. Ze heeft een broertje die muntjes verzameld en ons vraagt of we toevallig een muntje van 2 euro hebben. Dolgelukkig is hij als we hem een geven en verteld honderd uit over waar de muntjes die hij vandaag al heeft verzameld vandaan komen en hoe hij eraan gekomen is. Na wat omfietsen en een paar tempels later komen we als laatste bij de Angkor Wat. De enorme torens, dikke muren en bijzondere verhalen die in bas-reliëfs op de muren geschreven zijn voeren ons door de tempel. De kers op de taart.
De zon begint weer te zakken als we richting de uitgang fietsen en dat levert weer een paar hele mooie plaatjes op. Moe en voldaan komen we aan in ons hotel. Daar drinken wat en kletsen na over wat we allemaal hebben gezien. Een goed einde van een prachtige dag.
Mooi!!! Tekst en foto en belevenis! Te gek 🙂 🙂 🙂